Voorgelezen door Simon Nagelmaker:

Lieve Oma,

Op 20 Februari 1942 bezocht U me in Mokum (Amsterdam) want ik was het eerste kleinkind van de Zions. Van deze gebeurtenis is nog een mooie foto in mijn dagboek dat Uw dochter Jo (mijn mammie) bijgehouden heeft. Toen de moeilijke tijden aanbraken zag U me vaak spelen in de tuin van de Hageman familie, precies tegenover de serre van het ziekenhuis, waar U toen logeerde. Ja en toen vertrok U met een taxi naar Westerbork.  Dinsdag 20 April 1943 stond U daar netjes op het perron met een keurige koffer, 66 jaar oud, om de reis naar het Oosten te ondernemen. Op een ruwe manier werden alle passagiers in de veewagens geduwd om gedurende drie dagen zonder eten, zonder drinken in de meest afschuwelijke manier Sobibor te bereiken waar ze direct werden afgevoerd naar het abbatoir. Ja, mijn vader zat ook in diezelfde trein.

Nu ben ik zelf oma met vier kinderen en 6 kleinzoons. Ik geniet reuze van allemaal. Van al Uw zes kinderen zijn er op het ogenblik acht kleinkinderen, 32 achter kleinkinderen en ja ongeveer 76 achter achter kleinkinderen. U kunt daar zeer trots op zijn dat de Zion familie zo uitgebreid is. De meesten wonen nu in Israel.

Lieve Oma, als naamgenote en eerste kleindochter denk ik vaak aan U; hoe fijn zou het geweest zijn als U mij een verhaaltje kon voorlezen, of een liedje met mij zong. Ik probeer nu zelf een lieve oma te zijn voor mijn kroost.

Met een omhelzing,

Betty Kazin-Rosenbaum

Ik ben Henriette Ensel-Zion, de jongste kleindochter van Betje Zion-Gans. Mijn nichtje Marcelle Zion uit Jeruzalem heeft dit verhaal geschreven en ik  lees het voor, namens haar. (De fotos die u in uw handen hebt geven een klein beeld van het leven van onze oma Betje).
Dit verhaal met de foto’s dat ik u straks graag wil geven geeft een klein beeld van het leven van onze oma Betje Zion-Gans.

Betje  was de oudste dochter van slager David Gans en  Fratchen (Frederika)  Schwarz.  Haar ouders  gingen  op 4 juli 1876 in ondertrouw in Borken, net over de grens van Winterswijk. Van deze ondertrouw is dit  document bewaard gebleven in de familie.

De zes dochters van David en Frederika Gans uit Winterswijk.  Betje, Henriette (ze werd Jet genoemd),  Suze, Amalia,  Mathilde en Debora. Ik vraag me af wat een slager doet met zes dochters? Wie neemt zijn bloeiende bedrijf over? Uiteindelijk trouwden alle zes meisjes, Jet’s echtgenoot Willem Blom nam de slagerij over en David Gans leefde tot dik in de negentig.

Helaas overleefden van zijn zes dochters alleen Jet en Amalia de oorlog.

Het is nu 1904  in Winterswijk. De eerste choppe (trouwerij) in de familie. Betje, een rijzige gestalte, is gekleed in een zwarte japon met kanten befje en een hoog opgestoken witte sluier. In haar  gehandschoende hand houdt ze een prachtig bouquet. Haar echtgenoot is Manuel (Migels) Zion uit Eibergen, ook een oudste kind. Hij heeft zijn zwarte hoge  hoed nodig om een bepaalde lengte te krijgen naast zijn vrouw. Maar ook hij weet wat de laatste mode is, hij zit immers in de textiel en maakt  zeker een chique indruk : zijn pandjesjas, vlinderstrik, hoge hoed, witte handschoenen en  corsage van bloemen uit Betje’s bouquet vertellen het verhaal van deze jonge man, die zijn toekomst vol vertrouwen tegemoet gaat.

Betje en Manuel werken hard in hun bedrijf, eerst samen met Manuel’s broers en later met hun eigen  zes kinderen.  De zaak in textiel en manufacturen heeft zijn start in 1868  als een “one man show” van  Migel’s vader Kiewe, die dagelijks de boer op gaat  om zijn handel aan de man te brengen. Door de ijverige en creatieve cooperative arbeid van Kiewe, zijn vrouw Hanna en later het echtpaar Betje en Manuel  raakt het familie- bedrijf bekend in Eibergen en omstreken.   In 1928 voltooien Manuel en Betje de uitbreiding van hun zaak “van twee etalages naar zeven”. Als Manuel plots komt te overlijden in 1937, gaan Betje en haar kinderen noestig = ijverig door om de zaak draaiende te houden totdat de beruchte Verwalter op 1 september  1942 alles overneemt.

Volgens de verhalen die wij als kleinkinderen hebben gehoord, is Betje emotioneel niet in staat onder te duiken. Ze kan de spanningen  van dat onzekere, gevaarlijke bestaan niet aan. Ondanks vele overredingspogingen van haar kinderen en de trouwe Eibergse ondergrondse stapt ze uiteindelijk in die fatale taxi naar Westerbork, een week na de razzia in Eibergen  eind maart 1943.   

Vanuit Westerbork zit Betje Zion-Gans  in dezelfde trein naar Sobibor als haar schoonzoon Eil Rosenbaum.  Beiden zijn meteen na aankomst in het verre Poolse Sobibor vergast, op 23 april 1943.

Twee en een half jaar eerder  poseerden ze nog samen met  33 andere familieleden op de trouwerij van Betje’s dochter Johanna met Eil Rosenbaum. Van deze 35 gefotografeerde  bruiloftsgangers  hebben  maar veertien de oorlog overleefd. Die veertien overlevenden hebben hun leven te danken aan de actieve ondergrondse  onderduikfamilies. Die 21 anderen zijn opgepakt of verraden. Daarna in Auschwitz en Sobibor vergast.

Hier ligt de struikelsteen van één van hen, onze oma Betje Zion-Gans. 66 jaar. 

Haar kleinkinderen, achterkleinkinderen en achter-achterkleinkinderen herdenken haar op deze plaats in Eibergen.
Teheye zichra tseroera betsror hachaim.

Moge haar ziel gebundeld worden in de bundel des levens.

Lees in de onderstaande link het uitgebreide levensverhaal over Betje Zion-Gans geschreven door haar kleindochter Marcelle Zion

Stolperstein Betje Zion-Gans oktober 2018

Stolpersteine Zion

Door onze herdenking willen wij

BETJE ZION-GANS

die zo gewelddadig uit ons midden is weggerukt in ons midden terug brengen. 

We staan rondom deze Stolperstein om de ziel die hier eens was terug te laten keren in ons midden.

Vanaf nu zal zij in ons midden zijn, daar waar zij was voordat ze onder dwang werd weggevoerd en gedwongen werd de verschrikkelijke weg van leed te volgen.

We rouwen om haar en om het verlies dat wij door haar uitsluiting ervaren hebben en willen haar hiermee gedenken.